Nederland bevestigt geen nieuw belastingbeleid voor kansspelen ondanks daling van de verwachte inkomsten

Staatssecretaris van Financiën Eugène Heijnen liet deze week weten dat er voorlopig geen nieuwe ingrepen komen in de kansspelbelasting, ook al vallen de prognoses voor 2025 tegen. Zijn verklaring volgde kort nadat de Kansspelautoriteit (KSA) haar ramingen fors naar beneden had bijgesteld. Waar eerder nog een groei van 100 miljoen euro werd voorzien, gaat men nu uit van een krimp van 40 miljoen euro in de opbrengsten uit online kansspelen.

Dat verschil betekent een flinke tegenvaller voor de staatskas, maar volgens het kabinet hoort dit bij de normale grillen van de begroting. Heijnen benadrukte dat schommelingen in belastingopbrengsten opgevangen worden binnen het saldo en geen directe aanleiding zijn voor nieuw beleid of noodmaatregelen.

De correctie van de Kansspelautoriteit zorgde bij veel analisten voor gefronste wenkbrauwen. Nog maar enkele maanden geleden hield men rekening met een sterke toename van de bruto spelopbrengsten (GGR) in de online sector, nu overheerst de verwachting van een neerwaartse trend. Deskundigen wijzen op veranderende speelpatronen, strengere regelgeving en een onzekere economie als oorzaken voor de afgenomen activiteit op de markt.

Een deel van de daling komt volgens kenners ook door de zoektocht van spelers naar alternatieve platforms buiten de vergunde aanbieders. Crypto-casino’s winnen daarbij zichtbaar terrein met gebruiksvriendelijke systemen die snel en anoniem werken. Voor wie zich verder wil verdiepen, biedt deze gids voor crypto pokerplatforms een overzicht van hoe deze markt functioneert en welke voordelen er te behalen zijn, zoals directe uitbetalingen, lagere kosten en wereldwijde toegang.

Daarnaast speelt de verhoging van de kansspelbelasting een onmiskenbare rol in de neerwaartse bijstelling. Het tarief steeg begin 2025 van 30,5 naar 34,2 procent en zal vanaf januari 2026 nog verder oplopen tot 37,8 procent. Deze gefaseerde verhoging maakt deel uit van een breder plan om de staatsinkomsten te versterken.

In theorie zou die belastingstap jaarlijks zo’n 200 miljoen euro extra in de schatkist brengen. Het ministerie van Financiën ging er tot voor kort van uit dat dit patroon doorliep tot 2028. De huidige cijfers dwingen echter tot een realistischer kijk op de haalbaarheid van dat doel.

De branchevereniging VNLOK, die de belangen van vergunde online aanbieders vertegenwoordigt, waarschuwt intussen dat de schade groter kan uitpakken dan verwacht. Volgens hun berekeningen kan het tekort in 2025 oplopen tot wel 200 miljoen euro. De combinatie van hogere belastingen en strengere regels zou de markt zwaarder raken dan de overheid voorziet.

Hun conclusie baseren zij onder meer op de voorlopige cijfers van de eerste helft van 2025, waarin de bruto spelopbrengsten met een kwart terugliepen vergeleken met vorig jaar. Spelers zijn voorzichtiger geworden, buitenlandse aanbieders trekken hen gemakkelijker aan en investeringen in nieuwe initiatieven binnen de gereguleerde markt blijven uit.

Op vragen in de Tweede Kamer bleef Heijnen bij zijn standpunt. Volgens hem mag een tegenvallende opbrengst niet leiden tot kortetermijncorrecties in beleid. Het fundament van de kansspelwetgeving blijft overeind, ongeacht tijdelijke schommelingen.

“De gerealiseerde baten worden zoals gebruikelijk verwerkt in de begrotingscyclus,” stelde hij. Heijnen wees erop dat de sector altijd gevoelig is voor conjunctuur en consumentengedrag, waarbij ook seizoensinvloeden zoals de vakantieperiode hun effect kunnen hebben, maar dat het beleid gericht blijft op stabiliteit en transparantie.

Met deze lijn kiest het kabinet bewust voor rust, in tegenstelling tot eerdere jaren waarin lagere inkomsten vaak reden waren voor nieuw toezicht of extra regels. Nu vertrouwt men erop dat de markt zelf de balans hervindt, ook al vergt dat geduld.

Dat betekent niet dat de discussie verstomt. Met een belastingtarief dat in 2026 bijna 38 procent aantikt, vragen aanbieders zich hardop af hoe aantrekkelijk de Nederlandse markt blijft. Tegelijkertijd winnen buitenlandse en alternatieve platforms aan invloed, wat de spanning tussen beleidsdoelen en marktpraktijk de komende jaren scherp op de agenda houdt.